In het jaar 310 v.Chr. belegerde Agathokles, de alleenheerser van Syracuse, Karthago. De bevolking van de stad begreep al snel dat ze goddelijke steun nodig had en besloot tot een dramatisch offer. Diodoros van Sicilië schrijft daarover dit:
Ze kozen tweehonderd kinderen uit de voornaamste families en offerden die in het openbaar. Niet minder dan driehonderd anderen, die ergens van waren beschuldigd, offerden zich vrijwillig. In de stad stond een bronzen beeld van Baal Hammon, met naar de grond toe uitgestrekte handen, de handpalmen naar boven, zodat een kind dat daarop was geplaatst er vanaf kon rollen en in een soort vurige put kon vallen.
Er bestaan reconstructies waarin het beeld van Baal Hammon een beestachtige kop heeft met een grote openstaande bek, zodat de armen – bewogen door middel van kettingen – konden dienen als een soort scheplepel om de kinderen omhoog te tillen en via de muil in het vuur te laten vallen. Dat is een wel erg fantasierijke uitleg van Diodoros’ beschrijving, die zo al naargeestig genoeg is. Lees verder