Hannibal in de Alpen | De vergeten oorlog

Tag: Hannibal in de Alpen (Pagina 1 van 3)

De slag bij Telamon

Een Keltische helm (Kunsthistorisch Museum, Boedapest)

Een van de belangrijkste gevolgen van de Eerste Punische Oorlog, zo betoog ik in De vergeten oorlog, was dat de volken van Italië steeds meer een eenheid begonnen te worden. Het zou nog twee eeuwen duren voordat het werkelijk zo was, maar het begin was er en dat bleek tijdens de slag bij Telamon in 225 v.Chr. In dat jaar viel een enorm grote groep Keltische krijgers Italië binnen maar soldaten uit het hele Apennijnse Schiereiland schoten onder Romeinse leiding de Etruskische steden te hulp. Hannibal lijkt niet begrepen te hebben dat hij, toen hij zeven jaar later naar Italië kwam, volstrekt kansloos was tegen de talrijke Italische bevolking.

Deze Keltische helm is gevonden bij de Etruskische stad Chiusi en is nu te zien in het Kunsthistorisch Museum in Boedapest.

Meer hierover in mijn boek over de Eerste Punische Oorlog, De vergeten oorlog. U bestelt het hier.

Brion

Het oppidum van Brion

Waar Hannibal de Alpen overstak, is irrelevant. Het heeft desondanks niet aan wetenschappers ontbroken die beweerden de locatie van Hannibals Kraftakt te kennen. In mijn boek Hannibal in de Alpen vertel ik wat er wel en niet valt te weten en behandel ik ook wat er gebeurt als aandachtsgeile wetenschappers de volgorde van de bewijsvoering negeren. Feitelijk kunnen we weinig met zekerheid weten, feitelijk is dat ook helemaal niet erg.

Dat wil niet zeggen dat we helemáál niets weten. Onze auteurs, Polybios en Livius, noemen allebei de stam der Allobrogen. Maar waar woonde die in 218 v.Chr.? Als het was waar ze later woonden, konden we misschien concluderen dat Hannibals mannen langs de Isère zijn opgerukt en het heuvelfort bij Brion zijn gepasseerd.

Het boek Hannibal in de Alpen is hier te bestellen.

Olifant met Stervende Galaat

Krijgsolifant in actie (Louvre, Parijs)

De olifant zal wel eeuwig met Karthago worden geassocieerd, hoewel dit geduchte wapen ook is ingezet door andere grote mogendheden. Het voorwerpje hierboven, te zien in het Louvre in Parijs, zal een illustratie zijn van een Seleukidische krijgsolifant. Het is namelijk gevonden in het Egeïsche Zee-gebied en toont hoe zo’n dikhuid korte metten maakt met een Galatische krijger. Die heeft nog geprobeerd met zijn zwaard in de voorpoten te steken, maar wordt weggedrukt en zijn zwaard punt inmiddels in een voor de olifant veilige richting.

De Galaten behoorden tot de La Tène-cultuur waartoe ook de huurlingen behoorden die in dienst waren van de Karthagers. Tijdens de Eerste Punische Oorlog vielen ze bijvoorbeeld de door de Romeinen bezette stad Palermo aan, wat uitliep op een catastrofe omdat ze zich moed hadden ingedronken. Ze werden vertrapt door hun eigen olifanten. Het plaatje hierboven illustreert hoe het zal zijn gegaan.

Lees verder

Een boerderij uit de La Tène-periode

La Tène-boerderij (Archéosite, Aubechies)

De boerderij die u hierboven ziet, zult u niet meteen associëren met de tocht van Hannibal naar Italië. Het is een reconstructie van een boerderij uit de La Tène-C-periode, te zien in het museum Archéosite bij Aubechies. Toch heb ik deze foto als illustratie opgenomen in mijn boek Hannibal in de Alpen.

Een belangrijk deel van de puzzel waar Hannibal de Alpen overstak, is vaststellen wat de relatie was tussen de twee teksten van Polybios en Livius. Oppervlakkig bezien lijkt het erop dat laatstgenoemde zijn Griekse voorganger heeft overgeschreven. Livius geeft echter regelmatig informatie die niet te vinden is bij Polybios, maar wél lijkt terug te gaan op een ooggetuige. Zo vermeldt De Romeinse geschiedschrijver viculi, gehuchtjes, rond een castellum, een versterking. Bij Polybios is het een polis, een stad. In dit geval is Livius’ beschrijving wél in overeenstemming te brengen met het archeologisch bekende nederzettingenpatroon, terwijl Polybios’ woorden onmogelijk juist kunnen zijn.

Lees verder

Saint-Martin-de-Queyrières

Saint-Martin-de-Queyrières

De pas waarover Hannibal naar Italië trok, moet voldoen aan enkele voorwaarden.  Eén daarvan is dat er op weg naar die pas een plaats moet zijn geweest waar het Karthaagse leger in een hinderlaag moet hebben kunnen lopen. Zo’n locatie is er bij Saint-Martin-de-Queyrières, op weg naar de Montgenèvrepas.

Dat is dan ook meteen alles wat we erover kunnen zeggen. Door een onduidelijkheid in de tekst weten we dat de hinderlaag één of twee dagen voor de pas plaatsvond. Dat maakt het aantal opties nogal groot. Terwijl het aantal plekken sowieso al groot was. Kortom: we weten het niet.

In mijn boek Hannibal in de Alpen behandel ik deze materie.

Olifant

Olifant (Musée national de Carthage)

In een boek over Hannibal zijn de olifanten natuurlijk nooit helemaal te vermijden. Ze spreken nou eenmaal tot de verbeelding. Toch zijn ze eigenlijk zo belangrijk niet. Met zo’n drie dozijn dikhuiden begon het Karthaagse leger aan de mars naar de Alpen, met een half dozijn daalde het naar Italië af, en toen Hannibal Etrurië binnenviel, was er nog maar één in leven. Ze hebben nauwelijks een rol gespeeld in de Tweede Punische Oorlog.

Bovenstaande olifant is een detail van een grafstèle uit Karthago. Het dier is te identificeren als een Afrikaanse savanneolifant. We kunnen ons voorstellen dat zulke dieren met een toren werden uitgerust, zodat tijdens een veldslag soldaten daarvandaan konden vechten.

Meer over dit alles is te lezen in een kader in mijn boek Hannibal in de Alpen.

Scipio Africanus

Scipio (Archeologisch Museum, Napels)

Het was onvermijdelijk dat in de twee boeken die ik over Karthago schreef, Hannibal in de Alpen en De vergeten oorlog dus, enkele personages zouden terugkeren. Hannibal natuurlijk, zijn vader Hamilkar Barka, maar ook Scipio Africanus: de man die Hannibal versloeg. Anders dan Hannibal, van wie we niet weten hoe die eruit heeft gezien, hebben we wel het portret van Scipio.

Ik blogde al eens over de buste in de Capitolijnse Musea in Rome; bovenstaand portret is te zien in Napels. Het is gevonden in de Villa van de Papyri in Herculaneum, waar ook een mooie kop is te zien van Pyrrhos van Epirus.

Col de la Traversette

De Monte Viso en (links) de Col de la Traversette

Van de Col de la Traversette heb ik zelf nooit foto’s genomen, maar een bevriend echtpaar was er onlangs op vakantie en wandelde een eind in de richting. De berg is de Monte Viso, de weg naar de pas ligt links daarvan.

Is dit de pas waar Hannibal overheen ging? Het is niet ondenkbaar, maar de theorie kent grote moeilijkheden. Hij moet dan langs de bovenloop van de Durance zijn gekomen, maar een van de weinige dingen die we zeker weten, is dat hij niet langs de benedenloop van die rivier is gekomen. Dit moet worden verklaard. Van onze twee bronnen vermeldt de oudste, Polybios, de Durance geheel niet, terwijl de andere bron, Titus Livius, de rivier wel vermeldt. Dat doet hij op gezag van Timagenes. We weten echter niet waar deze auteur zijn informatie vandaan haalt.

Lees verder

Gap

Het oppidum Vapincum

Polybios is er duidelijk over dat Hannibals leger door bewoond gebied trok. We vervloeken de Griekse geschiedschrijver omdat hij nergens de namen van de diverse nederzettingen vermeldt, maar we zullen erin moeten berusten dat hij oordeelde dat de lezer daar niets aan had. Hij zou, zo schreef hij, net zo goed wat ongearticuleerde klanken hebben kunnen neerpennen, want niemand wist waar de plaatsen lagen die hij zou hebben kunnen vermelden.

Lees verder

Boekpresentatie

Gistermiddag was in een verder verlaten Rijksmuseum van Oudheden de presentatie van mijn nieuw boek Hannibal in de Alpen. Die was online te bekijken, wat leuk was, omdat we zo meer mensen konden bereiken dan als iedereen live aanwezig moest zijn.

Museumdirecteur Wim Weijland heette de kijkers welkom en ik vertelde iets over het boek. Daarna interviewde Martijn van Calmthout museumconservator Annemarieke Willemsen en mijzelf over wat het inhoudt het publiek gelaagd te informeren over wetenschap. Je kunt bijvoorbeeld Hannibal gebruiken om de aandacht te trekken en dan iets vertellen waarvan de mensen nog niet wisten dat het interessant zou zijn. Dat geldt voor museumtentoonstellingen evengoed als voor boeken. Het probleem is dat de formats en frames waarmee we de aandacht trekken, inmiddels behoorlijk sleets zijn en niet zelden contraproductief. En dat, als het over de Oudheid gaat, die vervolginformatie meestal ontbreekt.

Lees verder

« Oudere berichten

© 2024 Karthago

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑