De samenvloeiing van Rhône (rechts) en Isère (links)

Wetenschap begint met het gecontroleerd verzamelen van data. Archeologen graven dingen op, classici vervaardigen tekstedities. Dit is de dagdagelijkse gang van zaken. Het wordt al boeiender bij de interpretatie van die data. En echt interessant is het als we kijken naar de ontwikkeling van nieuwe technieken en methoden, waarmee onderzoekers nieuwe soorten inzicht verwerven.

Nieuwe soorten inzicht

Wat gebeurt er zoal als het gaat over de oude wereld? Ik wees vorige week al op de digitale paleografie, die kan leiden tot ander en beter inzicht in de antieke en middeleeuwse schrijfcultuur. Deze ontwikkeling hangt samen met een tweede: de groeiende belangstelling voor het materiële aspect van oude teksten. Mediëvisten waren daar altijd al goed in. In de oudheidkunde is deze belangstelling gegroeid doordat er zoveel vervalste teksten uitgegeven zijn.

Een andere ontwikkeling is al enkele jaren gaande: door het gebruik van technieken als LIDAR richt de archeologie zich meer op hele landschappen en beperkt ze zich niet langer tot afgebakende opgravingen. Ik aarzel of ik in dit lijstje van innovaties ook de chronologie moet noemen: er komen namelijk wel nieuwe kalibratiecurven, maar de aard van het inzicht verandert er niet door. Het ontstaan van een historische klimaatwetenschap is dan wel weer een echte innovatie. Tot slot is er de DNA-revolutie, die betekent dat er geen hermeneutische horizon meer is. Hier ligt de negatieve heuristiek aan flarden en is sprake van een scientific revolution in de letterlijkste zin des woords. Filologen krijgen er een rijkdom aan materiaal bij.

Lees verder