Het probleem met historische feiten is dat je ze niet kunt observeren. We zullen nooit meer aanschouwen hoe de oude Karthagers handel dreven in Andalusië. Wat we wel kunnen bestuderen, zijn de gevolgen van de feiten, de “neerslag”. Karthago’s eindeloze oorlogen om Sicilië werden opgetekend in teksten die we nog altijd kunnen lezen. De wijze waarop de Karthagers hun huizen inrichtten en de invloed van hun handel op de sociale verhoudingen zijn nog steeds af te leiden uit archeologisch vondstmateriaal.
De indirectheid van hun kennis brengt historici danig in verlegenheid. Ze willen de verbanden tussen de verschillende gebeurtenissen wel opsporen – ze zouden het verleden, met andere woorden, willen verklaren – maar als de feiten al slecht kenbaar zijn, zijn de verbanden en oorzaken helemaal onbegrijpelijk. Sommige geschiedtheoretici, de zogeheten “narrativisten“, stellen daarom dat het in de geschiedkunde minder gaat om de analyse van oorzaken dan om het vertellen van een overtuigend verhaal.