De Eerste Punische Oorlog was de langste en (volgens historicus Polybios) grootste oorlog uit de oude geschiedenis. Zonder onderbreking duurde het conflict van 264 tot 241 v.Chr., een lengte die te verklaren is door het feit dat de Romeinen op land superieur waren en de Karthagers op het water. Een landmacht tegen een zeemacht: dat moet wel een ingewikkeld conflict zijn. Door gebruik te maken van enterbruggen slaagden de Romeinen er echter in de strijd op zee zó te veranderen dat ze leek op een landslag en konden ze de gevechten naar hun hand te zetten.
De Romeinse historicus Titus Livius schreef over de zeeslag bij Mylae, die plaatsvond in het jaar dat wij 260 v.Chr. noemen:
Consul Gaius Duillius vocht met succes tegen de Karthaagse vloot en vierde als eerste Romeinse veldheer een triomf na een overwinning ter zee. Om deze reden werd hem ook een blijvend eerbewijs toegekend: wanneer hij terugkeerde van een maaltijd werd hij voorafgegaan door een fakkeldrager en begeleid door fluitspel. (Periochae 17.2)
Neplatijn
Twee-en-halve eeuw later liet keizer Augustus het Forum Romanum renoveren en omdat hij ook eens een overwinning had geboekt in de Siciliaanse wateren, wilde hij een leuke erezuil voor zichzelf. Augustus zijnde Augustus wilde hij echter niets doen waarvoor niet een republikeins precedent bestond, zelfs als dat moest worden verzonnen. In dit geval was Duillius’ gewonnen zeeslag een erkend historisch feit, waar Augustus maar wat graag een erezuil voor oprichtte. Zo kon hij zijn staatsgreep wat meer presenteren als herstel van een in wezen republikeins stelsel.
Het probleem was dat er geen inscriptie was uit de derde eeuw. Die moest dus worden verzonnen en dus ontstond er iets in fake-Latijn. Dit is het Romeinse equivalent van kapperszaken in onze tijd die dan “In den ouden haerwinckel” heten. Tekst en vertaling vindt u hier.
De inscriptie is te zien in de Capitolijnse Musea in Rome.
Boekpresentatie
Mijn boek over de Eerste Punische Oorlog, De vergeten oorlog, bestelt u hier. De boekpresentatie is aanstaande dinsdagmiddag in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. U kunt er gewoon naartoe komen, maar er is ook een livestream. Voor allebei kunt u zich hier inschrijven.