In zijn verslag van Hannibals tocht naar de Alpen vertelt de Romeinse geschiedschrijver Titus Livius dat de Karthagers ergens in het voorgebergte een grote versterking overvielen en daarna de viculi, “gehuchtjes”, in de omgeving. Bij de andere bron, de Griekse historicus Polybios, ontbreekt dat laatste.
Dit is een interessant gegeven, want Livius’ informatie oogt betrouwbaar. Dat suggereert dat hij zijn informatie niet heeft ontleend aan Polybios, zelfs al lijken de twee teksten vaal zeer sterk op elkaar. Er zijn nog meer van dit soort stukjes informatie die weggeven dat Livius niet Polybios navertelt, maar dat de twee auteurs dezelfde bron gebruiken.
Viculi rond een versterking: het gaat om gehuchten van steeds drie of vier boerderijen uit de La Tène-cultuur. Hierboven een voorbeeld van zo’n hoeve. Het origineel is opgegraven in Compiègne in Frankrijk; de reconstructie is onderdeel van de Archéosite d’Aubechies. Hannibals mannen overvielen ze en namen alle eten mee.