Scipio Africanus (Capitolijnse Musea, Rome)

[Dit is het derde van vier stukjes over het leven van de Karthaagse veldheer Hannibal. Het eerste was hier.]

Ondanks de bloedige nederlaag bij Cannae en het verlies van Capua weigerde de Senaat tot een vergelijk te komen. Logisch, want de strategische situatie was dezelfde gebleven: Romes vermogen afvallige bondgenoten te straffen was groter dan Hannibals vermogen hen te beschermen. De noodzaak de bondgenoten die hij wél had te beschermen, verzwakte bovendien Hannibals slagkracht. En hij kreeg nog altijd geen versterkingen. Kortom, er was geen enkele reden waarom Rome concessies zou doen.

Dus koos Hannibal voor een diplomatiek offensief dat de oorlog zou uitbreiden naar de Balkan. In 215 sloot hij een verbond met koning Philippos van Macedonië. Ook Syracuse werd een Karthaagse bondgenoot.

Ondertussen wonnen de Romeinen niet alleen aan zelfvertrouwen maar ook aan terrein. Hannibals pogingen om havens als Cumae en Puteoli in te nemen, nodig om versterkingen te ontvangen, liepen op niets uit. Dat hij van versterkingen afgesneden bleef, zou uiteindelijk zijn lot bezegelen.

Hannibal begreep dat hij de strijd in Midden-Italië moest staken. Hij was al bijna vier jaar in Italië en de enige manier om troepen te ontvangen, was via het zuiden, waar hij inderdaad Tarente en verschillende andere havens veroverde (213). Veel leverde het niet op. Voor zover er troepen uit Macedonië konden komen, blokkeerde Rome die door een alliantie met de Griekse steden in Aitolië, die een oorlog ontketenden tegen Macedonië. Hoewel Karthago een leger naar Sicilië stuurde, kreeg Hannibal zelf nauwelijks troepen.

In 212 kon Rome weer het initiatief nemen en Hannibals aanvoerlijnen verder afsnijden. Eerst stuurde het legers om Syracuse en Capua te heroveren. Syracuse werd verraden en hernieuwde het verdrag met de Romeinen. (De beroemde wetenschapper Archimedes werd tijdens de gevechten gedood.) Het beleg van Capua duurde lang en toen Hannibal besefte dat zijn uitgeputte troepen het niet uithielden, probeerde hij zijn vijanden te dwingen de belegering op te heffen: hij marcheerde op Rome zelf. Hij sloeg zijn kamp op voor de muren van de hoofdstad van Italië, maar de Romeinen wisten dat de Karthagers hun stad niet konden innemen, zetten het beleg van Capua onverstoord voort en namen de stad in 211 in.

Langzaam drongen de Romeinen Hannibal zuidwaarts. In 209 heroverden ze Tarentum. Hannibals situatie werd moeilijk en zijn regering was niet bereid extra troepen te riskeren. Daarom riep Hannibal de hulp in van zijn broer Hasdrubal, die nog steeds de leiding had over de legers in Iberië. Hij was inmiddels vér naar het zuiden teruggedrongen door de Romeinse troepen, maar wist uit te breken en trok de Alpen over. Ditmaal werden de Romeinen niet verrast: Hasdrubal werd verslagen bij de rivier de Metaurus voordat hij zich met zijn broer kon verbinden (207). Hannibals laatste hoop op versterking was vervlogen.

De Romeinen joegen Hannibal op naar de “teen” van Italië, terwijl ze ook de verovering van Iberië voortzetten. Een jonge bevelhebber, Publius Cornelius Scipio, bracht de oorlog in het westen in 206 tot een voor Rome goed einde. In het volgende jaar was hij consul, daarna vertrok hij naar Sicilië en stak hij over naar Afrika. Daar vond hij een bondgenoot in de persoon van de Numidische koning Massinissa. Samen vielen ze de Karthagers aan. In tegenstelling tot de Senaat, die niet in paniek was geraakt toen Hannibal Rome naderde, raakte de Karthaagse Raad van Oude in paniek en riep regering Hannibal terug met zijn nog onverslagen veteranen (203).

De beslissende slag in de Tweede Punische Oorlog werd dus, dankzij de Romeinse koppigheid, niet op Italiaanse bodem, maar in Afrika uitgevochten. Na enkele voorbereidende gevechten kwamen de legers van Scipio en Hannibal bij Zama tegenover elkaar te staan (19 oktober 202). Hannibal probeerde zijn Cannae-tactiek te herhalen, maar Scipio had een betere cavalerie dan de onfortuinlijke consuls van veertien jaar daarvoor. Hannibals omsingeling mislukte en de Karthagers werden verslagen.

Hannibal ontsnapte naar Karthago, waar hij adviseerde onderhandelingen te openen. In 201 werd de vrede getekend. Rome eiste de Karthaagse vloot, erkenning van de Romeinse veroveringen in Iberië en een schadeloosstelling van niet minder dan 10.000 talenten, te voldoen in vijftig jaarlijkse termijnen. De oorlog was voorbij.

[Wordt vervolgd. Uiteraard is dit stukje reclame voor mijn boek Hannibal in de Alpen, dat u hier kunt bestellen.]