Hannibal in de Alpen | De vergeten oorlog

Categorie: La Tène

Een Keltisch harnas

Een Keltisch harnas (Museum für Kunst und Gewerbe, Hamburg)

Kelten of Galliërs speelden als Karthaagse bondgenoten een rol in zowel de Eerste als de Tweede Punische Oorlog. En ook in de entr’acte, toen de Romeinen en hun bondgenoten in de slag bij Telamon Italië verdedigden tegen een enorme schare Kelten.

Het is verleidelijk bij Kelten te denken aan naakte krijgers à la De Stervende Galliër, maar zo was het niet. Ze waren keurig bewapend. Hier is een voorbeeld van een harnas, nu te zien in het Hamburgse Museum für Kunst und Gewerbe, en gevonden bij Canosa op de rand van de Povlakte.

Meer hierover in mijn boek over de Eerste Punische Oorlog, De vergeten oorlog. U bestelt het hier.

De slag bij Telamon

Een Keltische helm (Kunsthistorisch Museum, Boedapest)

Een van de belangrijkste gevolgen van de Eerste Punische Oorlog, zo betoog ik in De vergeten oorlog, was dat de volken van Italië steeds meer een eenheid begonnen te worden. Het zou nog twee eeuwen duren voordat het werkelijk zo was, maar het begin was er en dat bleek tijdens de slag bij Telamon in 225 v.Chr. In dat jaar viel een enorm grote groep Keltische krijgers Italië binnen maar soldaten uit het hele Apennijnse Schiereiland schoten onder Romeinse leiding de Etruskische steden te hulp. Hannibal lijkt niet begrepen te hebben dat hij, toen hij zeven jaar later naar Italië kwam, volstrekt kansloos was tegen de talrijke Italische bevolking.

Deze Keltische helm is gevonden bij de Etruskische stad Chiusi en is nu te zien in het Kunsthistorisch Museum in Boedapest.

Meer hierover in mijn boek over de Eerste Punische Oorlog, De vergeten oorlog. U bestelt het hier.

Brion

Het oppidum van Brion

Waar Hannibal de Alpen overstak, is irrelevant. Het heeft desondanks niet aan wetenschappers ontbroken die beweerden de locatie van Hannibals Kraftakt te kennen. In mijn boek Hannibal in de Alpen vertel ik wat er wel en niet valt te weten en behandel ik ook wat er gebeurt als aandachtsgeile wetenschappers de volgorde van de bewijsvoering negeren. Feitelijk kunnen we weinig met zekerheid weten, feitelijk is dat ook helemaal niet erg.

Dat wil niet zeggen dat we helemáál niets weten. Onze auteurs, Polybios en Livius, noemen allebei de stam der Allobrogen. Maar waar woonde die in 218 v.Chr.? Als het was waar ze later woonden, konden we misschien concluderen dat Hannibals mannen langs de Isère zijn opgerukt en het heuvelfort bij Brion zijn gepasseerd.

Het boek Hannibal in de Alpen is hier te bestellen.

Olifant met Stervende Galaat

Krijgsolifant in actie (Louvre, Parijs)

De olifant zal wel eeuwig met Karthago worden geassocieerd, hoewel dit geduchte wapen ook is ingezet door andere grote mogendheden. Het voorwerpje hierboven, te zien in het Louvre in Parijs, zal een illustratie zijn van een Seleukidische krijgsolifant. Het is namelijk gevonden in het Egeïsche Zee-gebied en toont hoe zo’n dikhuid korte metten maakt met een Galatische krijger. Die heeft nog geprobeerd met zijn zwaard in de voorpoten te steken, maar wordt weggedrukt en zijn zwaard punt inmiddels in een voor de olifant veilige richting.

De Galaten behoorden tot de La Tène-cultuur waartoe ook de huurlingen behoorden die in dienst waren van de Karthagers. Tijdens de Eerste Punische Oorlog vielen ze bijvoorbeeld de door de Romeinen bezette stad Palermo aan, wat uitliep op een catastrofe omdat ze zich moed hadden ingedronken. Ze werden vertrapt door hun eigen olifanten. Het plaatje hierboven illustreert hoe het zal zijn gegaan.

Lees verder

Een boerderij uit de La Tène-periode

La Tène-boerderij (Archéosite, Aubechies)

De boerderij die u hierboven ziet, zult u niet meteen associëren met de tocht van Hannibal naar Italië. Het is een reconstructie van een boerderij uit de La Tène-C-periode, te zien in het museum Archéosite bij Aubechies. Toch heb ik deze foto als illustratie opgenomen in mijn boek Hannibal in de Alpen.

Een belangrijk deel van de puzzel waar Hannibal de Alpen overstak, is vaststellen wat de relatie was tussen de twee teksten van Polybios en Livius. Oppervlakkig bezien lijkt het erop dat laatstgenoemde zijn Griekse voorganger heeft overgeschreven. Livius geeft echter regelmatig informatie die niet te vinden is bij Polybios, maar wél lijkt terug te gaan op een ooggetuige. Zo vermeldt De Romeinse geschiedschrijver viculi, gehuchtjes, rond een castellum, een versterking. Bij Polybios is het een polis, een stad. In dit geval is Livius’ beschrijving wél in overeenstemming te brengen met het archeologisch bekende nederzettingenpatroon, terwijl Polybios’ woorden onmogelijk juist kunnen zijn.

Lees verder

Saint-Martin-de-Queyrières

Saint-Martin-de-Queyrières

De pas waarover Hannibal naar Italië trok, moet voldoen aan enkele voorwaarden.  Eén daarvan is dat er op weg naar die pas een plaats moet zijn geweest waar het Karthaagse leger in een hinderlaag moet hebben kunnen lopen. Zo’n locatie is er bij Saint-Martin-de-Queyrières, op weg naar de Montgenèvrepas.

Dat is dan ook meteen alles wat we erover kunnen zeggen. Door een onduidelijkheid in de tekst weten we dat de hinderlaag één of twee dagen voor de pas plaatsvond. Dat maakt het aantal opties nogal groot. Terwijl het aantal plekken sowieso al groot was. Kortom: we weten het niet.

In mijn boek Hannibal in de Alpen behandel ik deze materie.

Col de la Traversette

De Monte Viso en (links) de Col de la Traversette

Van de Col de la Traversette heb ik zelf nooit foto’s genomen, maar een bevriend echtpaar was er onlangs op vakantie en wandelde een eind in de richting. De berg is de Monte Viso, de weg naar de pas ligt links daarvan.

Is dit de pas waar Hannibal overheen ging? Het is niet ondenkbaar, maar de theorie kent grote moeilijkheden. Hij moet dan langs de bovenloop van de Durance zijn gekomen, maar een van de weinige dingen die we zeker weten, is dat hij niet langs de benedenloop van die rivier is gekomen. Dit moet worden verklaard. Van onze twee bronnen vermeldt de oudste, Polybios, de Durance geheel niet, terwijl de andere bron, Titus Livius, de rivier wel vermeldt. Dat doet hij op gezag van Timagenes. We weten echter niet waar deze auteur zijn informatie vandaan haalt.

Lees verder

Gap

Het oppidum Vapincum

Polybios is er duidelijk over dat Hannibals leger door bewoond gebied trok. We vervloeken de Griekse geschiedschrijver omdat hij nergens de namen van de diverse nederzettingen vermeldt, maar we zullen erin moeten berusten dat hij oordeelde dat de lezer daar niets aan had. Hij zou, zo schreef hij, net zo goed wat ongearticuleerde klanken hebben kunnen neerpennen, want niemand wist waar de plaatsen lagen die hij zou hebben kunnen vermelden.

Lees verder

Gehuchten in het voorgebergte

Gereconstrueerde La Tène-boerderij

In zijn verslag van Hannibals tocht naar de Alpen vertelt de Romeinse geschiedschrijver Titus Livius dat de Karthagers ergens in het voorgebergte een grote versterking overvielen en daarna de viculi, “gehuchtjes”, in de omgeving. Bij de andere bron, de Griekse historicus Polybios, ontbreekt dat laatste.

Dit is een interessant gegeven, want Livius’ informatie oogt betrouwbaar. Dat suggereert dat hij zijn informatie niet heeft ontleend aan Polybios, zelfs al lijken de twee teksten vaal zeer sterk op elkaar. Er zijn nog meer van dit soort stukjes informatie die weggeven dat Livius niet Polybios navertelt, maar dat de twee auteurs dezelfde bron gebruiken.

Lees verder

© 2024 Karthago

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑