Dermech

Karthago bestaat nog steeds. Het is een wat slaperig Tunesisch stadje met veel mediterraan groen. Vrijstaande huizen met witte muren. Wat winkels en cafés. Een strand vol grind. Antieke ruïnes, waarvan die uit de Romeinse periode opvallender zijn dan die uit de tijd waarin Karthago de hoofdstad was van een wereldrijk rond de westelijke Middellandse Zee. Maar ook al zijn de oudste ruïnes niet zo markant, een tempel, een stadspoort, wat huizen, een begraafplaats en twee havens zijn toch herkenbaar. De bewoners zijn dan ook trots op dat vroegste verleden en hebben de straten vernoemd naar de oude goden (Rue Astarte), vorsten (Avenue Didon) en magistraten (Rue des suffetes). Er is een Lycée Hannibal, een Restaurant Le Punique, een Boulangerie Salambbo, een Sophonisbe Club. En wie met het treintje vanuit het nabijgelegen Tunis komt en uitstapt op station Dermech, zal zien dat een van de muren is versierd met een reeks olifanten.

Zelfs voor de huidige Karthagers zijn Hannibal en zijn tocht over de Alpen, op de grens van Frankrijk en Italië, belangrijk. Dat is niet alleen opmerkelijk omdat er dichter bij huis toch ook het een en ander is gebeurd, maar ook omdat de Karthaagse generaal in de Arabische wereld lange tijd volkomen vergeten is geweest. Zelfs de grote middeleeuwse geleerde Ibn Khaldun, die lange tijd in Tunis leefde en een geschiedwerk schreef, vermeldt Hannibal niet. De Karthaagse generaal is in het huidige Tunesië pas in het vizier gekomen in de tijd van het Franse kolonialisme, en daardoor werd het meest Franse aspect van zijn leven, de oversteek van de Alpen, onderdeel van het Tunesische verleden.